Wetboek van Strafvordering
Artikel 300
1
De voorzitter kan ambtshalve of op vordering van de officier van justitie of op verzoek van de verdachte bepalen dat de vragen met betrekking tot de geestvermogens van de verdachte buiten diens tegenwoordigheid zullen worden gesteld en behandeld, en voorts dat de officier van justitie of de raadsman buiten de tegenwoordigheid van de verdachte betreffende diens geestvermogens het woord zal voeren.
2
Na terugkeer van de verdachte in de zittingzaal wordt hem mededeling gedaan van wat tijdens zijn afwezigheid is voorgevallen.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN AZ6299, Hoger beroep, VI 7-06
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
27-12-2006
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Hoger beroep
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Gerechtshof ArnhemVeroordeelde is door de politierechter ten aanzien van mishandeling veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee maanden, met aftrek. Gelet op artikel 67, eerste lid aanhef en sub b van het Wetboek van Strafvordering is overtreding van artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht thans een...